Wie zijn de boeren die land pachten in het polderlab? Je mag er geen bestrijdingsmiddelen en kunstmest gebruiken en ook diep ploegen mag niet. Het zijn dan ook bioboeren die hier aan de slag gaan. Ze vertellen je graag waarom.
Sander is een boer van de natte teelten, vooral rijst en cranberry. Hij is eigenaar van De Buffelbes, voedselteelt op veen. Ook deze bes uit Noord-Amerika kan tegen natte grond, en dus gaat Sander ‘m kweken samen met appel, peer, hazelaar, gagel en kornoelje.
Sander vindt zijn werk echt belangrijk voor de toekomst. ‘Met ons werk brengen we biodiversiteit terug in het polderlab. En we zorgen ervoor dat de grond water vast kan houden. Dat is hard nodig nu er door klimaatverandering meer regen gaat vallen. Als boeren moeten we zorgen dat we zonder mest- en peststoffen weer gezondere voeding produceren.’
Kees verbouwt eetbare waterplanten. Hij is initiatiefnemer van stichting Waterplant. Want eetbare planten zijn in de vergetelheid geraakt, vertelt hij. Kees wil gewassen als fonteinkruid, watergentiaan, vederkruid, waterpest en krabbenscheer weer op de kaart te zetten.
‘De waterkwaliteit in het polderlab is enorm verbeterd door het verbouwen van krabbenscheer’, vertelt een trotse Kees. ‘Krabbescheer is erg lekker, het heeft een nootachtige smaak. Je kunt ‘m roerbakken in olie met een beetje knoflook en peper. En de plant is mooi als opmaak op het bord.’
Hoe kun je van een voedselmoeras een verdienmodel maken? Dat onderzoekt Coöperatie Voedselmoeras in het polderlab. En niet alleen in Oud Ade: het eerste voedselmoeras is aangelegd in Den Haag en ook in andere veenweidegebieden richt deze coöperatie voedselmoerassen in.
Wat is een voedselmoeras dan precies? Het is een soort voedselbos met natte grond en waterplanten. Het is veelbelovend voor veenweidegebieden, waar waterhuishouding een belangrijk thema is. ‘Met onze coöperatie willen we bijdragen aan de toekomst van dit veenweidegebied door samen nieuwe vormen van landbouw te ontwikkelen’, aldus deelnemers Anne, Helene, Maarten en Suzanne.
Jan is biologisch melkveehouder. Zijn eigen bedrijf in de Vrouw Vennepolder grenst aan het polderlab en daarnaast pacht hij dus ook een groot deel van het polderlab van Land van Ons. Het beheer daarvan gaat in samenspraak met Land van Ons en de universiteit. Uiteraard op biologische wijze.
Dankzij de samenwerking heeft Jan meer land voor zijn koeien, maar ook is hij blij om mee te kunnen werken aan oplossingen voor de problemen in het veenweidegebied.